De Heilige Driehoek bestaat uit een aaneengesloten gebied met als kern drie aan elkaar grenzende kloostercomplexen: Sint Catharinadal, de Onze Lieve Vrouweabdij en de Sint Paulusabdij.
Daaromheen liggen tuinen, landerijen en monumentale boerderijen, omgeven door een historisch patroon van waterlopen en houtwallen.

De kloosters

De kloostermuur

De kloostermuur

Aan de rand van de Heilige Driehoek (zichtbaar aan de overkant van de Abdis van Thorn­straat) staat de witte kloostermuur. Deze 'nieuwe' muur werd in 2010 tegen de oude lelijke kloostermuur aan gemetseld. Het abstracte kunstwerk in het midden is van de Oosterhoutse kunstenaar Paul Elshout. Het staat symbool voor de verbinding tussen het besloten kloosterleven en het drukke leven daarbuiten. Wie 's avonds de muur passeert, wordt begeleid door een blauw "meelopend" licht.

Bolakkers en Houtwallen

Middenin de Heilige Driehoek, aan de Leijsenstraat (ter hoogte van nummer 25), is nog duidelijk een stuk middeleeuwse landbouwcultuur te zien in de vorm van "bolakkers''. Voor een goede afwatering werden de akkers steeds bol geploegd. Het aangrenzende slootje zorgde voor verdere afwatering.

Verderop aan de Leijsendwarsstraat (aan de rechterkant van de weg) was het landschap vroeger verdeeld in z.g. "strook­percelen". In de 13e en 14e eeuw gebruikte men bij het ploegen nog hele lange ploegijzers. Dit veroorzaakte problemen bij het omkeren aan het eind van het terrein. Door het landschap in hele lange, smalle percelen te verdelen hoefde minder vaak gekeerd te worden.

In dit gebied staan nog een aantal (knot) lindebomen. Veel boeren hielden vroeger bijen als bijverdienste. De lindebomen waren hierbij erg nuttig als honingleverancier. Ook is hier nog de houtwal te zien die dwars door het landschap loopt.